DE VERGETEN PERSONEN DRIJVEN BOVEN
Sinds 1969 heb ik heel wat afgeschreven voor diverse tijdschriften, in
boeken, voor kranten en voor internetsites. Al
met
al duizenden en nog eens duizenden pagina's voornamelijk over de
historie van de radio. Hierbij is het
zeker noodzakelijk zeer goed gedocumenteerd te zijn via een archief
bestaande uit documentatiemateriaal en fotomateriaal. De zeezenders zijn
in de loop der jaren ook uitgebreid aan bod gekomen, waarbij enorm veel
grote en kleine facetten van de historie voorbij kwamen. Toch
verschijnen er nog vaak zaken, die niet eerder werden gepubliceerd. In
het Hans Knot International Radio Report verschijnen telkens nieuwe
foto's en korte herinneringen, die zo verrassend zijn dat ze automatisch
andermaal herinneringen, waar dan ook ter wereld, oproepen. Omdat
voornoemde Radio Report de wereld rond gaat probeer ik, mede met mijn
grote archief op de achtergrond, altijd zo precies mogelijk neer te
zetten hoe het ��n en ander is gebeurd. Tevens met de vele honderden
contacten, die er zijn, met mensen die betrokken zijn geweest bij de
stations zoals beschreven in het Hans Knot International Radio Report -
archief op
www.hansknot.com - is het altijd weer mogelijk de puntjes op de 'i'
te zetten. Maar soms kom je tot zeer verrassende zaken, die mij en
anderen zeer verbazen.
Als volger van de geschiedenis van Radio Veronica heb ik sinds april
1960 het station zo veel mogelijk van nabij gevolgd.
Daarbij
zijn vanaf de start van het radiostation in internationale wateren vele
aantekeningen gemaakt, vele krantenknipsels ingeplakt en honderden uren
vastgelegd op recordertape. De hoeveelheid namen van betrokkenen bij het
station zijn enorm groot. Immers waren er niet alleen de aandeelhouders,
technici en deejays aan land, de directieleden, de meiden van de
discotheek, de reclamemensen, de drive in show lieden, tante Erna, de
jongens aan boord en ga zo maar door, maar ook de onbekenden die
misschien maar ��n keer werden vermeld. In april van dit jaar werd ik
plots verrast met het ontvangen van een e-mail waarin een zekere Dave
Rehl me meldde dat in een recent verschenen publicatie van Auke Kok 'Dit
was Veronica' op geen enkele manier melding werd gemaakt van de
betrokkenheid bij het project 'Radio Veronica vanaf zee' van zijn Opa en
twee zonen. Zeer verbaasd heb ik het bericht gelezen en ook Juul Geleick,
die de Veronica Story vanuit het hart van de toenmalige organisatie
beheert en openbaart. De naam is ons beiden 'nietszeggend'. Was het dan
logisch dat in alle, tot nu toe verschenen boeken over de geschiedenis
van Nederlands meest populaire zeezender, niets terug is te vinden over
Opa G�nter Herrmann en zijn zonen Dicky (ook bekend als Jan) en Gunter
jr.?
Een vraag die reden genoeg was eens te kijken in 'De Veronica Sage', een
heel vroege publicatie van Gerth van Zanten. Journalist uit de Telegraaf
hoek die vooral de eerste jaren van Radio Veronica in zijn boekje
uitgebreid heeft beschreven. Niets te vinden; met geen enkel woord,
worden de Herrmann's beschreven. Terugdenkend aan de begin jaren zestig
komt de herinnering boven dat inderdaad altijd dezelfde namen
terugkeerden,
als het om de opbouw van Radio Veronica ging. Natuurlijk draaide de
organisatie om een aantal mensen dat erg belangrijk was. Denk aan
Slootmans, Krant, de Verweij's, Oswald en J�rgens - om maar een paar te
noemen. Maar ook waren de uitvoerders belangrijk, de harde werkers die
het meer dan acht uur per etmaal uitvoerende werk verzorgden. Vanaf het
moment, helemaal terug in 1959, toen het voormalige lichtschip Borkum
Riff in de haven van Emden met veel voor en ook tegenspoed werd
ingericht. Dit om te komen tot het allereerste commerci�le radiostation
in internationale wateren dat zich zou gaan richten op de Nederlandse
bevolking. Niet alleen om eigen producten en die van anderen te promoten,
maar ook als tegenhanger op de starre publieke omroep, die nauwelijks de
liefde van het luisterpubliek kon halen.
De details, die kleinzoon Dave Rehl me stuurde, waren informatief voor
degene die niets wist over de vroege historie van het bedrijf. Zo meldde
hij me ondermeer: 'De Verweij familie bestaande uit drie broers Bull
(Hendrik), Dirk en Jaap. De eerste directeur was echter
Henricus Oswald en deze was niet correct in
het spel. Hij was het lek welk elke keer, wanneer een deel van de zender
klaar was, deze informatie doorspeelde aan de PTT. Volgens overgave deed
hij dit om bepaalde personen uit de organisatie te krijgen. Mijn opa is
vervolgens al zijn materialen, die hij nodig had, bij Loe Lap in
Amsterdam gaan kopen. Dit met medewerking van de heer Slootmans, die
financieel verantwoordelijk was bij het
station
en in zijn ogen ook betrouwbaar. Mijn oom, waar ik nu alle info van
krijg, herinnert zich ook Max Groen als de eerste omroeper van Radio
Veronica.'
Kijk, verrassend voor een ieder die Radio Veronica in de loop van de
afgelopen decennia heeft gevolgd, duiken hier plotseling drie nieuwe
personen op, die niet eerder in boekvorm of in verhaal vorm voorbij
kwamen. Het gaat dus om twee personen met de naam 'G�nter Herrmann', een
vader en een zoon. Daarnaast was er een tweede zoon met de roep naam 'Dicky'
en nu Jan genoemd. Jan is intussen terug uit Amerika en woont
tegenwoordig in het plaatsje Saive in Franstalig Belgi�. G�nter junior
leeft in Phoenix Arizona en is eigenaar van een heel groot florissant
aannemersbedrijf. Het is ome Jan welke Dave van informatie heeft
voorzien. Zijn oom heeft het ��n en ander vertelt. Te beginnen in 1959
toen ze beiden waren betrokken bij het inrichten van het eerste
zendschip van Radio Veronica, de Borkum Riff. Dit voormalige lichtschip
werd aangekocht in Emden bij Schrottverwertung G.m.b.H en de rekening
werd op 9 december 1959 opgemaakt waarbij een totaalbedrag werd ingevuld
van DM 68.910.55. Om de werkzaamheden zonder al te veel pottekijkers te
laten verlopen werd er op het schip een bord met de tekst 'Zutritt
streng verboten' aangebracht.
Het
lichtschip was daarmee in handen gekomen van een Vereniging van Radio
Handelaren. De VRON en Anstalt Veronica werden als ondernemingsnamen
vastgelegd, ondermeer in Liechtenstein.
Jan stelt dat zijn vader de werkelijke leiding had over de ombouw tot
zendschip in Emden. In totaal waren er aan boord tijdens de inrichting
acht vaste krachten. Allereerst werd de scheepshuid gemeten waaruit
bleek dat de dikte van het plaatwerk meer als voldoende was. Zelfs 150%
dikker dan een het plaatwerk van een doorsnee coaster uit die tijd. Het
eerste deel van de zender werd ook daar in elkaar gezet maar kon niet
worden getest. De oscillatoren, de verdubbelaars, de hoog frequent
versterkers en de modulatie versterkers konden getest worden maar de
antennes konden er niet geplaatst en getest worden. Dit was streng
verboden en zij hielden zich aan de regels, want zij waren te gast in
Duitsland.
Andermaal een herinnering van Jan Herrmann: 'Het bouwen van de antenne
was een probleem op zichzelf, daar men op zee een heel ander werk en
straal gedrag van een antenne krijgt. Theoretisch is alles te berekenen
maar de praktijk wijst vaak anders uit. Ook diende de elektrische
installatie aan boord geheel verbeterd en uitgebreid te worden.�
Volgens
de auteur van het boek de Veronica Sage heeft niet alleen inbeslagname
van apparatuur door de overheid tot vertraging gezorgd maar heeft er aan
boord in de Emden periode een brand geheerst in de elektronische
installatie. De schade die het toen op liep was rond de 3500 gulden.
Over geld gesproken, de bemanningsleden en technici werden in die Emden
tijd betaald op voorschot en wel door de KIM Rijwielfabriek, waar ze
tijdelijk op de loonlijst stonden.
In het boek van Gerth van Zanthen, uit de midjaren zestig van de vorige
eeuw, valt iets meer te lezen omtrent het al dan niet uitvoeren van
zenderbouw in de haven van Emden. Nobert J�rgens, die volgens Van
Zanthen de leiding aan boord had tijdens de verbouwing, kreeg in de
maand maart 1960 contact met iemand van het Funkamt Emden en vroeg hem
of er ook een vergunning voor het bouwen van een zender aan boord van
het schip in de haven nodig was. De man in kwestie stelde in eerste
instantie dat de autoriteiten zich in principe niet bemoeiden met wat er
gebeurde aan boord van buitenlandse schepen. Per brief werd niet veel
later door een koerier een brief gebracht van het Funkamt van Hamburg.
Daarin werd verklaard dat het niet toegestaan werd aan
zenders
te bouwen in de haven van Emden. Tevens werd in de brief aangekondigd
dat er binnen 24 uur inspectie kwam. Dit laatste gebeurde ook en de
technici kregen opdracht bepaalde onderdelen, waaronder een eindtrap, te
demonteren. Vervolgens mocht men wel bepaalde onderdelen aan boord
blijven behouden, zolang het maar niet een complete zender zou zijn. Wel
was het wenselijk, met de door de autoriteiten gestelde eisen,
vervolgens zo snel mogelijk de haven van Emden te verlaten en naar open
zee te gaan. Men charterde een Britse sleepboot, de 'MV Guardsman',
waarvan de bemanning de opdracht kreeg het voormalige lichtschip te
verslepen naar Southampton, waar het de bedoeling was dat de stoomketel
van de Borkum Riff zou worden vervangen door een dieselmotor.
Maar alvorens de sleep echt kon begingen, was het bijna een week later,
dit daar zowel de Duitse als Nederlandse autoriteiten dwarslagen.
Papieren
die opeens, tijdens het Paasreces, noodzakelijk waren en waarvoor naar
Frankfurt gereisd diende te worden. Een aan de ketting leggen van het
toekomstige zendschip in opdracht van 'Den Haag' zonder dat de Consul in
Emden op de hoogte was van de reden en veel meer zou er gebeuren
alvorens daadwerkelijk naar internationale wateren kon worden vertrokken.
Dit alles en meer is uitgebreid beschreven in de voornoemde publicatie
van Van Zanthen rond pagina 51 t/m 57. Uiteindelijk zou de Borkum Riff
gesleept door de Guardsman toch de internationale wateren voor de
Nederlandse kust bereiken, waar de sleepboot ter hoogte van Noordwijk
haar sleep verloor. Vervolgens was het de Borkum Riff die op eigen stoom
verder ging richting haar eerste ankerplaats ter hoogte van Katwijk.
Ellen van Eck en Max Groen presenteerden de eerste programma's, die er
op een niet complete zender werden uitgezonden. Oswald verklaarde
destijds in een
interview
dat deze eerste uitzendingen er slechts met ��n kilowatje eruit gingen
en dat de uitzending werkte op de zogenaamde eerste trap. Desondanks
waren de signalen met gemak tot voorbij Amersfoort te ontvangen. Ook
stelde hij dat de volgende trappen in de weken daarna zouden worden
ge�nstalleerd.
En het toenmaals 'toekomstige verlengen van de zendinstallatie' brengt
me weer bij de familie Herrmann, die zelfs uitbreiding kreeg aan boord
van het zendschip Borkum Riff. Dave schreef uit de gedeelde
herinneringen met zijn oom: 'De zender van Radio Veronica was in het
begin in de lucht met een vermogen van 1 kW dit gekoppeld met een
zogenaamde klasse B versterker. Er kwam nog een derde familielid de
bemanning versterken en het was de zoon van G�nter Sr, Jan Herrmann, die
ook vaak Dick(y) werd genoemd. Deze ging direct na zijn dienstperiode,
die hij in de Koninklijke Luchtmacht doorbracht, ook voor Radio Veronica
werken.Vanaf die periode zijn zij gedrie�n, G�nter sr., G�nter jr. en
Jan Herrmann begonnen met het verbeteren van de zender. Deze werd
gewijzigd van een 1kW naar een 2,5kW vermogen en de modulatie versterker
werd een klasse A. Tevens werden de antennes aangepast en werden meer
capacitief als inductief ingesteld. Hierdoor werd het effectieve
rendement verbeterd en de kwaliteit van het geluid kon toen wedijveren
met deze van de toenmalige FM zenders. Dit heeft heel wat voeten in
aarde gehad want ook de draaitafels heeft men toen moeten aanpassen. De
aanwezige recorders waren een mengelmoes van
Grundig
en Wolenzak tape apparatuur. Dit werd allemaal gestandaardiseerd naar
Telefunken 7,5``/sec. Uiteraard was men genoodzaakt speciale filters te
ontwerpen, dit om frequentie parasieten te onderdrukken. Ook moesten de
draaitafels worden afgeschermd tegen magnetische en hoog frequente
stralingen. Dit had allemaal invloed op de magnetische bandjes welke
allemaal van te voren in Hilversum werden opgenomen.' Deze laatste
opmerking inzake de draaitafels moet waarschijnlijk geweest zijn bij een
ander technisch project waarbij G�nter Herrmann betrokken is geweest.
Aan boord van het zendschip Borkum Riff heeft nooit een draaitafel
gestaan. Altijd werd er, wanneer er in noodgevallen van boord werd
uitgezonden, gebruik gemaakt van op band opgenomen platen. Op de bij dit
verhaal geplaatste foto�s is ook in de studio geen enkele draaitafel te
zien. De voornoemde afscherming moet er wel komen
maar
niet voor de draaitafels maar voor de Telefunken M24 recorder.
De oom van Dave heeft het nodige verteld in de loop der tijden over de
pioniersperiode van Radio Veronica, hetgeen zijn neef geraakt heeft
getuige het volgende: 'Het waren destijds spannende tijden. Men werden
vaak achtervolgd door de PTT, de Douane en de Marechaussee. Zij zijn
vele malen onderzocht gedurende hun reizen maar men heeft hun nooit met
materiaal kunnen betrappen, daar zij veel hulp kregen van hun
medepassagiers die in de bussen, treinen of de trams zaten. Het
Nederlandse publiek was zeer sympathiek tegenover hun en hebben ze
altijd bijgestaan. Naast het bouwen van de zender, was Jan Herrmann ook
in noodgevallen disk jockey. Gedurende een storm of met slecht weer kon
het vaak voorkomen dat zij geen programma van het
vaste
land hadden gekregen en moest men met een eigen programma komen en/of
aanpassen van oude programmatapes. Tineke werkte toen al in Hilversum en
was verantwoordelijk voor het in kaart brengen van alle grammofoonplaten
met een bijpassend verhaal. De jongens van het eerste uur waren
ondermeer: Arie den Dulk, Ruud Doets en Arie de Ruiter. Uiteraard waren
er meer mensen verantwoordelijk, maar die namen zijn door de jaren heen
binnen de familie ontschoten.'
Een naam welke mijn oom weer te binnen schiet is Kootje van Ieperen. Een
genie wanneer het er op aan komt om de diesel generatoren in bedrijf te
houden. Hij herinnert zich nog een gebeurtenis en wel dat er op ��n dag
twee diesel generatoren uitvielen. Kootje heeft, met behulp van ��n van
de andere jongens, in noodweer, windkracht 9 een diesel motor uitelkaar
gehaald de koppen gevlakt en de kleppen gepolijst. Dan te bedenken dat
een 8 cylinder in line 16 liter motor kop meer dan 750 kg weegt. Alles
hing aan takels en het schip gedroeg zich in dit weer als een wilde
hengst, die achter zijn merrie jaagt. De jongens
hadden
er de hele nacht aan gewerkt en om 6 uur in de ochtend kon de zender
weer worden gestart en alles weer worden getuned. Het tunen moest elke
morgen gebeuren, het begon met het inschakelen van de oscillator, de
vermenigvuldigers en de drivers. Wanneer deze hun temperatuur hadden
bereikt en stabiel waren kon de eind trap door behulp van de voeding in
stappen en spanning te verhogen naar 1250 vdc. gestart worden en was 2,5
kW of RF energie in bedrijf. Hierna konden de modulatie versterkers pas
in bedrijf komen. Het hele opstart procedure nam ongeveer 60 minuten in
beslag en om 7 uur waren wij in de lucht.
De eerste jingle was altijd " Goede Morgen Dit Is Radio Veronica Het
Station Waar Muziek In Zit". Een bandje met muziek werd vervolgens
gedraaid met daarbij het programmaoverzicht van die dag. Dave herinnert
zich de verhalen uit de familie goed en gaat terug naar zijn opa's
verleden van ver voor de start van Radio Veronica: ' Mijn grootvader had
zeer veel ervaring met het bouwen van zenders en was opgeleid bij het
PTT radiolaboratorium, die ervaring heeft hij opgedaan in Indonesi�. In
dat land zat mijn grootvader
gedurende
de Japanse bezetting reeds bij de ondergrondse., terwijl zijn gezin in
Japanse kampen zat. Mijn grootvader heeft toentertijd,
1943, een kleine zender gebouwd waarmee de groep
contact had met Australi� en men daar de strijdkrachten op de hoogte
hield met het reilen en zeilen van de Japanse strijdkrachten in de
Preanger. Direct na de afloop van de Tweede Wereldoorlog is mijn
grootvader begonnen als zendamateur en was hij bekend onder zijn
roepnaam PK1GC. Jan Herrmann was uiteraard opgegroeid tussen de
elektronica en in dienst van de Koninklijke familie heeft hij een
opleiding Radar en Micro Wave communicatie gevolgd, waar hij radio- en
radar technicus was. Zijn broer G�nter was Fijn Metaal bewerker (fijn
mechanische technieken).'
Prachtige herinneringen aan de begindagen van Radio Veronica meer dan 45
jaar na dato opgehaald dankzij het nieuws medium 'Internet'. Noch de
oprichters van Radio Veronica noch de familie Herrmann had ooit kunnen
bedenken dat dit nieuwe medium zo vele jaren later alsnog de drie
familieleden de eer krijgen die men in de diverse gepubliceerde boeken
over Radio Veronica's geschiedenis heeft gemist.
Dave
heeft keurig foto's meegestuurd ter bewijsvoering dat de drie
familieleden daadwerkelijk aan boord van de Borkum Riff hebben gewerkt
maar tevens enkele krantenknipsels, die ons mee terug nemen naar een
bezoek aan de Borkum Riff door een verslaggever van Het Parool op een
zomerse dag in het jaar 1961!
De verslaggever zette in zijn eerste zin neer hoe het schip, bij
aankomst met een tender, eruit zag: �Twee hoge masten op een paar
honderd bruto register ton. Goed in de verf en goed in de tuig. D�t is
Veronica, vijf mijl uit de kust, recht voor de Scheveninger haven.'
Direct daarna zette hij de bemanning neer alsof de harde werkers een lui
leventje hadden aan boord van het voormalige lichtschip, dat muzikale
klanken over een deel van Nederland verspreidde. 'Aan boord zes man, die
zeven maal vierentwintig uur lang niets anders hebben te doen dan de
stroomvoorziening aan boord en dus de generatoren op gang te houden. De
zendapparatuur van de piratenzender Radio Veronica te onderhouden en te
verdelen. Verder de draaiende bandrecorders in de gaten te houden en het
dek te zwabberen. Na zeven dagen worden ze afgelost door zes anderen en
kunnen een week
aan
de wal gaan, naar huis. Zo gaat het al veertien maanden lang, week in en
week uit.'
Luisteraars uit die tijd, die het station al op de radioontvanger hadden
ontvangen en die tevens lezer van het Parool waren, moeten toch de
indruk bij het lezen van dit verhaal hebben gekregen dat het een saaie
bedoeling moet zijn een week aan boord van zo'n zendschip te zitten.
Laten we het verhaal even verder volgen: 'In de mast geen zwarte vlag
met doodshoofd en gekruiste botten. Aan boord geen woeste piraten maar
een kapitein, een machinist, een kok, twee technici en een 'bandjesdraaier',
die er bepaald niet op uit zijn het odium van piratendom te houden.'
Tja, een groot schip afgemeerd aan vier zwarte kettingen met een rustige
bemanning, de journalist moet toch een hele andere voorstelling hebben
gehad, op weg naar internationale wateren.
Bij aankomst aan boord was het rustig en stralend weer en bij dood tij
kon er zelfs gezwommen worden en hij kreeg een bemanningslid mee in het
onderwerp 'verveling' want hij kreeg kok
Maarten
Klein tot de uitspraak: "Bij dit weer is de verveling aan boord het
ergst. Zwemmen en bruin worden heeft zo langzamerhand ook zijn attractie
verloren. En het beste wat je weet te doen is een brief te schrijven,
die dan wel eens door een langskomende logger wordt meegenomen.' De
journalist, waar helaas de naam niet van bekend is, moet een ware
ervaringsdeskundige zijn geweest want na ��n bezoek aan het schip
schreef hij: 'Houdt het mooie weer echt lang aan dan krijgen de Veronica
mannen onderling steevast ruzie om de kleinste onbenulligheden. De beste
uitkomst is dan slecht weer, want dan heb je wat te redden.'
Er was op de dag van het bezoek van de journalist tenminste ��n persoon
aan boord van de Borkum Riff die geen last van het zomerse weer had.
En dat was tevens ��n van de
hoofdrolspelers van dit verhaal. 'Geen last van het mooie weer heeft
chef technicus G�nter Herrmann uit Amsterdam. Hij is zoon van een Duitse
vader en een Portugees Indische moeder. In Indonesi� groot gebracht en
opgeleid bij het PTT laboratorium aldaar. Hij praat graag en veel over
zijn werk op de Veronica. G�nter: "De zender, zoals die nu aan boord
staat, is nagenoeg geheel het werk van mijn twee zoons en mij. Dick,
twintig, is radio en radar technicus. Mijn zoon G�nter (18) is
fijnmetaalarbeider. Met z'n drie�n hebben we een werkplaats aan boord
van de Veronica ingericht en hebben
vervolgens
de zender stukje voor stukje opgebouwd, nadat de kant en klaar zenders
diverse malen aan land in beslag waren genomen."
Rond de tijd van het interview werd er door het drietal hard gewerkt aan
verdere uitbreiding van het vermogen van de zender hetgeen G�nter tot de
volgende uitspraak bracht: "U moet het niet onderschatten want terwijl
we werken en experimenteren moeten we ook in de lucht blijven." Ook
maakte G�nter sr. meer bekend over de toekomst van het gezin en de
doorzettingsvermogen van de eigenaren van Veronica: "Over enige tijd
gaat het gezin naar Amerika emigreren. Nederland is voor ons een te eng
en te koud land. De directie van Radio Veronica heeft er echter heel
veel voor over ons nog drie maanden in dienst te houden, totdat de
zender geheel klaar is. Daarom blijf ik nog drie maanden. De directie
betaalt zo lang ons huis in Amerika dat we al gehuurd hadden."
Duidelijk werd het dat vader G�nter eerder
besloten had eind juli al bij Veronica te vertrekken maar dat de
eigenaren hem overgehaald tot eind september 1961 zijn werkzaamheden,
begeleid door zijn zoons, voort te zetten.
Rondvragend bij andere bemanningsleden over de persoon van de chef
technicus riep de Parool journalist nog wat antwoorden op als: "Het was
soms wel een moeilijke vent voor ons. Hij wist de zaken dikwijls
prachtig te 'versieren'." Dat versieren stond dan bijvoorbeeld op de
radiocommunicatie met de wal toen
Radio
Holland de verbindingen met Radio Veronica in opdracht van de overheid
moest verbreken. Toch bleek er zo nu en dan verbinding met de wal
mogelijk en op de vraag hoe dit dan toch mogelijk was antwoordde een van
de bemanningsleden: "Wat voor oplossing dat was gaat niemand anders wat
aan."
Ook de vlag, waaronder de Borkum Riff voor anker zou gaan liggen (die
van Panama) was al ingetrokken en toch had de directie van Veronica, via
haar Veronica Anstalt in Liechtenstein een (eigenlijk twee) registraties
kunnen regelen. De daarbij behorende certificaten en vlaggen waren
echter voor niemand zichtbaar. Ze lagen veilig opgeborgen in een
gesloten lade in de kapiteinshut. De
journalist probeerde ook achter een oplossing van dit raadsel te komen
en kreeg als antwoord: "Geen commentaar,
dat blijft een mysterie.'' De vlaggen zijn sinds 1994 ondergebracht in
het historisch radioarchief van Hans Knot, destijds verpakt in vetvrij
papier overgedragen door Hendrik (Bull)
Verweij.
Ook werd een gesprekje gevoerd met machinist Kootje van Ieperen, terwijl
hij ook zijn hut aan de journalist liet zien: "Dat varen van en naar het
schip is meestal niet het ergste.Wanneer je echter moet gaan
overspringen op de Veronica en er een briesje wind kracht zeven staat,
dan bijt je wel eens op je lippen weet je. Verdrinken mag dan geen
grapje zijn. Ik voel er nog minder voor om tussen twee stalen platen
fijn gemangeld te worden." Rond die tijd werd de MV Wiebe, een
gemotoriseerde pendelboot, door de scheepvaartinspectie in beslag
genomen en dus kwam ook de vraag hoe de bemanning heen en weer ging en
er verder goed bevoorraad kon worden. Aan boord van de Borkum
Riff
werd verteld dat ze op dat moment van diverse kleine bootjes gebruik
maakten en ondanks dat het illegaal was het allemaal goed kwam, mede
doordat G�nter het een en ander versierde. Wel was het duidelijk dat het
in de haven van Scheveningen niet zo goed meer lukte en men de
bevoorrading in die tijd had verplaatst en vanuit de haven van IJmuiden
werd geregeld. Wel kostte dat, gelang
naar het weer, drie tot vijf uur meer tijd. De journalist had het eerder
in zijn verhaal over een stralende zonnige dag met rustig
weer maar werd verrast door het snelle ommekeer van
de weersituatie op zee.
'Zo'n tocht met een klein bootje op de Noordzee is bepaald niet altijd
een pretje. Dat heb ik op de terugweg ervaren toen we door de plotseling
opkomende wind in moeilijkheden raakten en op het nippertje de haven van
IJmuiden weer veilig binnenliepen. We waren met tien man: een schipper
met zijn vrouw, een bevriend echtpaar met hun zoon, een vriend met zijn
twee kleine jongens, de heer Herrmann die naar zijn schip terug moest,
en ik. Ons pendelbootje was een klein vletje van vijf bij anderhalve
meter. Dit zonder enige accommodatie en zonder reddingsmiddelen aan
boord. Op de terugweg, 's avonds tegen half zeven, sloeg ter hoogte van
Katwijk het weer plotseling om. Binnen een half uur scheen de Noordzee
te koken en was het vletje een machteloos stukje wrakhout, waarin men
zich met de grootste moeite staande kon houden. Het scheepje rolde en
stampte, terwijl de golven hoog over de lage opbouw heensloegen tegen de
raampjes van de verder grotendeels open cabine. Opzij sloegen sloeg het
water tegen de lage boorden en liep er soms overheen. Dat duurde
drie
uur lang en ik dacht dat we het niet meer zouden redden. Het was de
enige gedachte die mij en de vier andere mannen beheersten. De twee
vrouwen dachten niet meer, maar hadden zich overgegeven aan hun angst en
lagen half in zwijm. De twee kleine jongens hielden zich krampachtig
vast en leken wezenloos.'
Gelukkig was de kapitein wel vaker op zee geweest en bij lange na niet
zo benauwd als later in de krant in woord verscheen. Hij gooide zijn
bootje tegen de noordwester golf in en kwam daarmee eigenlijk verder op
zee en meer uit de kust weg. Totdat het moment ontstond wel veiliger een
weg naar de haven van IJmuiden te
vinden op zoek na dat ene rode punt, de vuurtoren van de havenplaats in
de verte. Maar andermaal zag de journalist het ergste gebeuren want het
lukte niet de haven op eigen kracht direct binnen te varen: 'Bijdraaien
was onmogelijk echt levensgevaarlijk, maar als een wonder kwam daar
ineens de loodsboot van IJmuiden naar buiten. De bemanning van dit schip
zal ons amper gezien hebben want we voerden geen verlichting. Maar aan
de zij van de loodsboot was het gelukkig zo rustig dat het mogelijk werd
te draaien en met de zware golfslag achter op de pieren af te steuren.'
Vijf uur na het vertrek vanaf de Borkum Riff was het scheepje de haven
veilig ingevaren. Rillend en kletsnat klom de bemanning de kade op en
riep de journalist: "Nooit meer!"
Jan Herrmann: Ik kan mij deze dag ook nog goed herinneren, daar ik toen
door mijn vader werd vervangen aan boord van de Borkum Riff. Er moest
altijd een Herrmann aanboord aanwezig zijn en als sr. bemanning was dan
was
Kootje
van Ieperen later als mijn partner aan boord aanwezig, wij werkten als
een team tezamen. Deze tocht was een van de zwaarste die ik ooit heb
meegemaakt. Ik heb heel wat stormen getrotseerd en ben weleens zeeziek
geweest maar nooit zo erg als op die dag. De stank van de diesel, het
overgeefsel van anderen het koude natte zeewater in jouw gezicht. En dan
het lawaai van de motor en de storm, dat alles heeft mij zo ziek gemaakt,
dat ik dacht dat ik mijn gal en darmen kwijt was. Toen wij aan wal
kwamen heb ik de grond vele malen gekust, wat was ik blij. Het was niet
alleen de journalist die de uitspraak maakte van dit "nooit meer!" het
waren er toen meerderen. Zo zijn er meerdere incidenten die er bij mij
opkomen wanneer ik aan Radio Veronica denk. Het waren geen gemakkelijke
tijden maar wel leuke en spannende tijden. Ga maar na, welke jonge man
van 20 jaar had in de 60 jaren zo'n verantwoordelijkheid,de Verweij�s en
de investeerders bouwden op ons en verwachten niets anders dan dat jij
het werk naar het beste van jouw kunnen uitvoerde. In mijn geval was het
meer dan dat, en ik vond het heel normaal dat wij soms 12 tot 15 uur aan
het werk waren. Toen ik met mijn gezin in 1973 naar Europa werd gezonden
om voor een Nederlands Amerikaans bedrijf in Limburg te werken heb ik
mijn Veronica geschiedenis nooit met mijn collega�s besproken. Het was
zo�n geweldige ervaring dat men het
nooit zouden geloven.�
Maar er was nog een andere journalist die het zendschip voor de
Nederlandse kust had bezocht en wel vlak voordat de eerder genoemde MV
Wiebe, het eerste bevoorradingsschip van Radio
Veronica, gedwongen uit
de vaart werd genomen. Volgens de schrijver van het artikel, dat in mei
1961 in Elsevier verscheen, ging iedere morgen rond half elf een klein
vissersbootje de haven van Scheveningen uit, of het nu mooi of slecht
weer was. Onder leiding van schipper Arie den Dulk werd het bootje, de
MV Wiebe, tussen de toenmalige pierhoofden de zee opgestuurd richting
het zendschip van Radio Veronica. Meestal bestond de lading uit
muziekbandjes. De journalist constateerde dat er in het daaraan
voorafgegane jaar geen enkele boot zo in de belangstelling had gestaan
dan de Borkum Riff van Radio Veronica: �Zeven mijl uit de kust ligt de
Veronica al ruim een jaar. G��n boot heeft de laatste tijd zo langdurig
in de belangstelling gestaan als het veertig jaar oude lichtschip van
Veronica. De belangstelling gaat echter niet zo zeer uit naar het schip
als wel wat er op gebeurt. Nederland heeft namelijk meer als een jaar
lang commerci�le radio. Dat wordt vanaf de Veronica uitgezonden en door
vele luisteraars gewaardeerd. Een ouderpaar in Monnikendam is zelfs zo
enthousiast dat ze hun dochter de naam �Veronica� gaf.�
Maar niet iedereen was in die tijd blij met de aanwezigheid van het
eerste commerci�le radiostation, dat vanuit internationale wateren de
programma�s uitstraalde. Vooral de PTT was op jacht en in een publicatie
was er zelfs gerept over een �piratenschip met ongedierte aan boord.�
Op
het pendelbootje dat dagelijks heen en weer ging tussen Scheveningen,
het zendschip en andermaal de haven van Scheveningen, waren naast Den
Dulk ook vier matrozen aanwezig. E�n van de acties van de autoriteiten
was dat de Scheepvaartinspectie telkens het schip voor herkeuring opriep
en er ontzettend vaak wat aan veranderd diende te worden. Den Dulk:
�Alle bepalingen zijn er minutieus op toegepast, maar nu voldoet het aan
de eisen en moet men het iedere dag met lede ogen naar de Veronica laten
gaan.�
De eerste maanden van uitzending in het voorjaar en de zomer van 1960
was het helemaal verboden een verbinding met de Veronica te onderhouden.
Zelfs een visser, die te dicht bij de Borkum Riff kwam, moest rekening
houden met inspectie. Er werd dan gedreigd met intrekking van de
visvergunning als men weer in �overtreding� zou gaan. Loze dreigementen
natuurlijk, maar het gebeurde wel. De overheid wilde
gewoon
het zendschip op die manier isoleren en tot opgave dwingen. Arie den
Dulk: �In die tijd werden we wel eens vanuit de lucht geproviandeerd en
van muziekbandjes voorzien. Nu wordt alles door de douane gecontroleerd
en worden de muziekbanden volledig legaal uitgevoerd. Zo hoeven wij ook
niet vanuit een vliegtuig te worden gedropt, maar kunnen we rustig in
een uur tijd naar het zendschip varen.�
Gelukkig wist de journalist van Elsevier Weekblad ook te relativeren en
schreef: �Een wrak? Een mooi elegant schip met twee masten. En aan boord
piraten? Vrolijke jongens Scheveningers in hart en nieren, die plezier
in hun zender en werk hebben.� En ook in dit artikel komt de familie
Herrmann weer voorbij en wel tijdens de beschrijving van de studio:
�Midden in het schip staat de zender, bediend door vader en zoon
Herrmann (20) � om de week lossen ze elkaar af - en bandjesdraaier R.
Doets (18). De opnamestudio�s zijn in Hilversum; alles wordt op bandjes
opgenomen. Een kleine duizend bandjes
stonden er langs de wanden. De
vier matrozen doen om de week dienst op de Veronica of op de pendelboot.
Matrozen die alle zee�n hebben bevaren.�
Op de vraag waarom ze gekozen hadden voor dit leven bij Veronica
antwoordde ��n van hen: �In de eerste plaatst zit er een beetje sport in
dit hele geval en verder zijn we nu meer bij onze vrouwen dan vroeger.
Tegenwoordig zitten we ook niet meer zo ge�soleerd en de vissersboten
mogen opeens ook weer langs komen.� Ter bewijsvoering ging de kok naar
de kombuis en kwam terug om aan de journalist een mand met vis te laten
zien die net daarvoor door een bevriende visser was afgegeven aan boord
van de Borkum Riff. Ook deze journalist
liet ��n van onze hoofdrolspelers aan het woord door te vragen waarom
juist gekozen was voor het werken op zee: �Ik verdien bijna niets m��r
dan ik aan land zou verdienen. Ik doe dit werk echter met enthousiasme.
Al ben ik soms wel erg zeeziek. Laatst met die storm, windkracht 11, was
ik echt doodziek. Maar toch moesten we zenden. Het ergste vond ik echter
toen de zender door kortsluiting uitviel.
Er was een golf over het
boeglicht geslagen.� Arie den Dulk benadrukte vervolgens nog even dat
men te maken had met een stabiele boot door op Herrmann aan te vullen:
�Toen is trouwens wel gebleken dat de Veronica beslist geen wrak is�.
Matroos de Ruiter was de volgende persoon die in het betreffende artikel
aan het woord kwam inzake het zware weer: �Toch is het jammer dat we na
zo�n zware storm niet via Radio Scheveningen of een andere
telefoonverbinding onze vrouwen gerust kunnen stellen.
De PTT weigert namelijk een telefoonverbinding.� Ook werd ingegaan op de beluistering
van het station door de journalist: �Veertig procent van de Nederlanders
luistert regelmatig naar Radio Veronica. Dit staat te lezen in het
NIPO onderzoek van 8 november 1960. Als
straks de sterke zender in gebruik wordt genomen zal men ook in het
oosten van Nederland Radio Veronica kunnen ontvangen. In november vorig
jaar (1960) kon 49% van de Nederlandse bevolking het signaal van
Veronica al ontvangen.�
Het was de latere bekende Ferry Hoogendijk die voor Elsevier ook op
bezoek ging bij de directie van Radio Veronica: �Onze zender is zuiver
commercieel�, zei Dirk Verweij, �politiek en godsdienst komen bij ons
niet voor de microfoon, wat ze daar ook voor willen betalen. Rode Kruis,
hulpacties, Dierenbescherming en dergelijke mogen over onze zender
gratis reclame maken.
We
geloven dat we op de goede weg zijn. We krijgen soms drieduizend brieven
per week op ��n van onze programma�s. Dat is duizend meer dan Radio
Luxembourg normaliter krijgt. Miljoenen mensen luisteren naar ons
blijkens een recent NIPO onderzoek. We willen het liefst zo snel
mogelijk erkend worden, dan wordt de schatkist
via de belastingsgelden er ook nog beter van.�
Hoogendijk toetste de bereidheid bij de PTT door te informeren naar het
telefoonnummer van Radio Veronica maar kreeg nul op het rekest. Hij
meldde in zijn verhaal dat ze niet mee wensten te werken. Wel was die
mogelijkheid er, na enig overleg, bij de Rijkstelefoondienst. Dick
Verwey: �Toch zijn we goede klanten van de PTT. Misschien worden we nog
eens goede vrienden. Ik heb met het Nieuwe Jaar een kalender van de PTT
cadeau gekregen. Maar die was denk ik voor de textielfabriek Verweij en
niet voor de directeur van Radio Veronica.� De
MV Wiebe zou niet veel
later alsnog uit de vaart worden genomen en door diverse andere boten
vanuit IJmuiden worden vervangen.
We gaan nog een keer terug naar herinneringen van Jan Herrmann: �Een
bijkomend stuk geschiedenis, welke nooit genotuleerd is, is dat wij ook
hebben geprobeerd met een FM zender van start te gaan. Deze 250 Watt
zender heb ik bij mijn vriendin in Amsterdam gebouwd (zij is nu reeds
meer dan 45jaar mijn vrouw). Deze FM zender hebben wij in drie delen
naar het toenmalige Veronicaschip vervoerd en uitgetest. Men kon ons van
Scheveningen tot Rotterdam heel goed ontvangen er moest nog veel aan de
antennes gewerkt worden om een beter bereik en richting te verkrijgen.
Doelstelling was het complete kust gebied van Den Helder tot Hoek van
Holland, inclusief de achterliggende steden zoals Den Haag en Rotterdam
te bereiken. Door de complexiteit van de ophanging van de gerichte
dipool antennes was het door gebrek aan tijd rijp voor mislukking. Het
schip deinde niet alleen op en neer op de golven maar maakte ook slagzij
en draaide erbij. De transmissie van een FM zender is gebaseerd op "line
of sight" zodat de antenne een speciale horizontale ophanging nodig had
met een gewicht van 300kg. Het werd servo gestuurd en moest naar
Scheveningen gericht worden, het was een hele bedoening. Waren wij
langer op de Borkum Riff gebleven dan weet ik zeker dat wij ook dit
probleem zouden hebben opgelost. Het blok diagram en schema heb ik nog
steeds in mijn hoofd. Wat er met de FM zender en de antennes met zijn
besturing is gebeurd, is mij niet meer bijgebleven.
Gelukkig zouden er in de daarop volgende 14 jaren, totdat de Norderney -
het tweede zendschip van Radio Veronica, in de zomer van 1975 alsnog de
sluizen van IJmuiden zou passeren richting de haven van Amsterdam, nog
honderden malen een tender richting 'De Veronica' varen. Op enkele
kleine incidenten na - zijn er nooit echte slachtoffers gevallen.
Dankzij goede en voortvarende bemanningsleden van de tenders,
voornamelijk de Ger Anne, die altijd de andere mensen veilig van land
naar het zendschip brachten en ook de thuishaven weer zonder problemen
wisten te halen. Dank aan Dave Rehl en de familie Herrmann voor het
bijdragen aan het completer maken van de toch al breed beschreven
historie van Radio Veronica.
HANS KNOT � 2007.
Foto's: Jelle Boonstra, Bert van Rheenen, Familie Herrmann, Dietrich Janssen, archief Hans Knot