Herinneringen
aan vroege Eurovisieuitzending
De dag dat we het Nieuwe Jaar in West Europa vieren is de 1e januari,
een dag die mij zelf vaak doet terugdenken aan vroeger. En dan doel ik
op de jaren dat voor vele gezinnen het bezit van een televisietoestel
nog veel te duur was. In Europa was er tussen een aantal landen,
waaronder Nederland, al tot samenwerking gekomen, door middel van het
uitwisselen van televisiebeelden. Dit samenwerkingsverband werd op 12
februari 1950 officieel opgericht onder de naam ‘European Broadcasting
Union’. Naast het uitwisselen van beelden werd voorzien in het verzorgen
van gezamenlijke radio en later ook televisie-uitzendingen, die op een
gelijktijdig moment in de diverse landen zou worden uitgezonden dan wel
vertoond.
Vaak,
als het gaat om het historische moment van de eerste gezamenlijke
uitzending, wordt er gesteld dat de kroning van Koningin Elisabeth II op
2 juni 1953 de eerste historische mijlpaal was. Deze uitzending is
echter nooit als eerste officiële aangekondigd, daar het in principe
alleen maar ging om een proefuitzending. Veel kijkers waren er ook niet
toen deze proefuitzending werd gedaan, er was slechts een groep van
elitekijkers, die de reportage mochten bekijken. Wel werd de reportage
door de groep van kijkers goed gewaardeerd, want in de kranten werd
vervolgens melding gemaakt van een spectaculaire uitzending, met een
redelijk beeld en duidelijke geluidskwaliteit. En de beeldkwaliteit, die
in de daarop volgende jaren ontzettend zou worden verbeterd. In
werkelijkheid dient het verslag van een bloemencorso, gehouden in het
Zwitserse Montreux op 6 juni 1954, de boeken in te gaan als de eerste
officiële Eurovisie-uitzending.
Op de diverse Nieuwjaarsdagen, in de tijd dat we nog in het zwart wit
kastje keken, werd er ook een aantal programma’s vertoond die in
Eurovisieverband werden uitgezonden. Ieder land had, voorafgaand aan een
programma, haar eigen Eurovisietestbeeld, waarbij de tekst ‘Eurovision’
rondom was geprojecteerd en midden in een logo van het televisienet
welke het programma zou gaan uitzenden. Bij de Nederlandse televisie
werd een zendmast met de tekst ‘NTS’ vertoond. Maar het testbeeld was
niet het enige dat er was, immers werd het beeld begeleid door tonen van
het logo van de Eurovisie, delen van het ‘Te Deum’ van Marc Antoine
Charpentier. Het schansspringen vanuit het Zuid Duitse Garmisch
Partenkirchen en het Nieuwjaarsconcert vanuit Wenen waren telkens
terugkerende Eurovisie-uitzendingen. Anno 2009 worden deze gezamenlijke
programma’s in Eurovisieverband al lang niet meer als zodanig
aangekondigd maar in de begindagen van de televisie waren het hele
speciale gebeurtenissen.
Laten we een kijkje nemen in de jaren vijftig van de vorige eeuw en
allerlei activiteiten die er in Eurovisieverband toonbaar werden gemaakt
op de diverse televisiestations in de toen deelnemende landen. In de
maand december 1957 werd er bijvoorbeeld op volle kracht gewerkt door
medewerkers van allerlei televisiestations om alles technisch zo goed
mogelijk voor te bereiden. Doel was een avondvullend Eurovisieprogramma
dat op oudejaarsavond in alle landen die waren aangesloten zou worden
uitgezonden. Daarbij kwam ook nog het gegeven dat alle landen een
onderwerp dienden aan te dragen en dus ook technisch dienden voor te
bereiden. Al ver vooraf werd er in de geschreven pers de verwachting
uitgesproken dat er op grootte schaal naar dit speciale programma zou
worden gekeken. Terugblikkend in de statistieken kan worden gemeld dat
in ons land er rond die tijd het aantal van honderdduizend
televisietoestellen nog niet was gepasseerd. Maar ook in andere landen
waren er destijds al vele toestellen verhandeld waardoor men in de
Wereldkroniek van 14 december 1957 destijds kopte: ‘Miljoenen kijken
straks naar elf podia!’
Er werd in het artikel duidelijk aangegeven dat de lezer zich wel moest
realiseren dat er en grote proeve van bekwaamheid voor de deur stond met
deze speciale Eurovisie-uitzending. Immers was het slechts vier jaar
geleden dat op experimentele basis een uitzending vanaf een locatie was
verzorgd. Na die eerste experimentele uitzending duurde het dus nog een
goed jaar alvorens het technisch gezien eenmaal goed op gang kwam. En
sinds de gememoreerde uitzending van het Bloemencorso, vanuit het
Zwitserse Montreux, was het aantal Eurovisie-uitzendingen gestaag
gestegen. Op de Nederlandse televisie, waar we het simpel met maar één
televisienet deden, was in het jaar 1956 134 uren aan
Eurovisie-uitzendingen te zien, wat 18,79% van het totaal aantal
uitgezonden uren was.
Je dient je wel in gedachten te houden dat de technische ontwikkeling
van de televisie in die dagen verre van ontwikkeld was. Anno 2009 vinden
we het normaal dat op elk moment van de dag naar signalen van tientallen
televisiestations via de kabel dan wel de satellietschotel kan worden
gekeken en dus elk moment van de dag het nieuws heel eenvoudig kan
worden binnengehaald. Probeer maar eens aan een middelbare scholier uit
te leggen dat dit pakweg vijftig jaar geleden geheel andere koek was en
dat we soms dagen moesten wachten totdat de eerste beelden van een
belangrijke buitenlandse gebeurtenis via onze NTS werd vertoond.
Nederland en trouwens de gehele wereld hadden via de radio bijvoorbeeld
de berichtgeving gehoord, die ons allen enorm angstig maakten. De Russen
waren bijvoorbeeld Hongarije binnengedrongen om daar de macht te
grijpen. Hetzelfde jaar 1956 waren er ook de nodige strubbelingen rond
het Suez Kanaal. Zo maar twee conflicten. Trekken Israëlisch
grondtroepen anno 2009 de Gazastrook binnen dan wordt de grootste moeite
door de autoriteiten gedaan om de honderden in het land aanwezige
buitenlandse journalisten te weren. De reden dient duidelijk te zijn:
het voorkomen dat de beelden van de gruwelijkheden, die worden
uitgevoerd, meteen
wereldwijd in miljarden huiskamers verschijnen.
In Nederland stonden de radio’s in die dagen dag en nacht aan om maar
zoveel mogelijk informatie over de ontstane situaties binnen te halen.
Vaak kwam het met mondjesmaat en was elk nieuw bericht een winst. Grote
zorgen bestonden al in vele gezinnen gemaakt of de inval in Hongarije
misschien het begin zou zijn van andermaal een oorlog waarbij vele
landen betrokken zouden worden. Zo is er het verhaal dat op een dag
tijdens de crisisperiode de toenmalige Britse premier Anthony Eden, via
zijn woordvoerder liet meedelen dat hij in de avond uren een
persconferentie wenste te geven om het Britse televisiepubliek te
informeren en tevens een oordeel te geven over de gebeurtenissen. De
informatie lekte in de ochtenduren uit naar een Nederlandse
correspondent in Londen, die ongetwijfeld direct de zwarte bakelieten
telefoon pakte en zijn baas bij de NTS informeerde over het voornemen
van de BBC om daadwerkelijk premier Eden in de avonduren live op de
televisie te brengen.
Er werd driftig overlegd in Bussum wat te kunnen doen om de ongetwijfeld
belangwekkende woorden van de Britse premier ook in Nederland te kunnen
vertonen. Het liefst wenste men de toespraak direct in de Nederlandse
huiskamers te brengen. Dat betekende dus realistisch gezien dat men via
een Eurovisie-uitzending de overname diende te realiseren. Anno 2008
lijkt het simpel, immers er zijn tientallen beeldverbindingen mogelijk
via satelliet. Maar in 1956 diende een dergelijke gezamenlijke
uitzending vaak dagen van tevoren worden voorbereid. Er werd keihard
gewerkt om in een nooit eerder gepresteerde snelheid de uitzending
mogelijk te maken. De dag erna schreven de kranten met lof over de
beslissing, genomen in Bussum, de toespraak direct uit te zenden en over
de ingezette mankracht. Men had een record gevestigd en in bijna
honderdduizend Nederlandse huiskamers was Premier Eden dan ook die avond
rechtstreeks te zien en te horen en kon dus zijn standpunt verkondigen
betreffende de Suez Crisis.
Televisie maken is al jaren lang enorm teamwerk, ook het maken van
programma’s. In 1956 was het vaak werk van twee of drie personen die ons
een onderwerp voorschotelden. De namen van de programmamakers stonden
toen ook veel meer in het geheugen omdat er slechts een korte aftiteling
voorbij kwam en niet een snel rollende titelrol met tientallen namen.
Mensen die in 1956 al televisie hadden en geïnformeerd wensten te worden
over de inval in Hongarije moeten verbaasd hebben gekeken dat het juist
de Nederlandse televisie was, die als eerste er in slaagde een
vluchteling uit Hongarije voor de camera’s te krijgen. Het was Siebe van
der Zee die Otto Gobius, een Hongaarse vluchteling, rechtstreeks via een
Eurovisieverbinding vanuit München interviewde. De NTS was op dat moment
ook het enige televisiestation dat dit interview uitstraalde. Een
ongekend succes voor die tijd. Televisie gemaakt door lieden die niet
alleen een brede ondernemingsgeest hadden
maar ook door hadden waar Eurovisie voor stond. Het was het tot elkaar
brengen van landen en volkeren en vooral in moeilijke tijden met elkaar
de onderwerpen te delen.
De Eurovisie was inmiddels uitgegroeid tot een gigantisch bedrijf en
bestond uit elf deelnemende landen. Men had de beschikking over een net
van meer dan honderd straalzenders, verspreid over de verschillende
landen. Een net dat was opgesteld in Engeland, Denemarken, Duitsland,
Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Italië
en Monaco. De meeste lijnverbindingen bestonden uit de zogenaamde
tweewegverbindingen, waardoor storingen opgevangen konden worden. Een
straalverbinding was destijds opgebouwd met behulp van tientallen tot
meer dan honderd buizen en altijd was er het risico dat er een buis kon
uitklappen. Direct kon dan worden overgeschakeld op de tweede liggende
verbinding. Dus geen kwestie van verkwisting van geld.
Tijdens groot opgezette uitzendingen, zoals de aangekondigde
Oudejaarsuitzending 1956, waren er in de diverse landen honderden
technici aan het werk om alle verbindingen klaar te maken en het
transmissie gedeelte zo goed mogelijk te laten verlopen. In elk land was
er dan iemand eindverantwoordelijke. In Nederland was dat meestal de
heer J Velleman. Hij was secretaris van de Televisie Coördinatie
Commissie, een groep die dus ook veel te maken had met de uitwisseling
van programma’s en programmaonderdelen in Eurovisieverband. De diverse
eindverantwoordelijken hadden elkaar ook al een aantal malen getroffen
wat volgens, de uit Bussum afkomstige, Velleman had geleid tot een
stevig team. Men wist precies van elkaar waar men technisch toe in staat
was, wat er precies beslist niet realiseerbaar was en wat er eventueel
in de toekomst op technisch gebied was te verwachten. Men kende elkaar
door en door en als er bijvoorbeeld een telefoonlijn met de studio in
Parijs openstond en de
dienstdoende
hoofdtechnicus Boyer meldde dat een bepaalde uitzending in
Eurovisieverband over vijf minuten zou beginnen, dan wist collega
Velleman dat het de man van improviseren was en wist hij zich direct af
te vragen of het programmaonderdeel daadwerkelijk wel over vijf minuten
precies te zien zou zijn in de huiskamers van alle elf deelnemende
landen. Al vrij snel had men dus de kern van het succes bereikt door
elkaar capaciteiten te leren kennen, men elkaars verscheidenheid in
opvattingen te onderkennen en elkaar vooral te waarderen. Zeer
belangrijke aspecten achter de schermen van de opbloeiende Eurovisie.
Trouwens realiseer je als lezers wel dat er in die tijd nog een groot
verschil was in de opbouw van een totaalbeeld dat op de verschillende
schermen in de deelnemende landen verscheen? In Nederland en België
hadden en hebben we nog steeds het zogenaamde 625 lijnen systeem.
Frankrijk had het 819 beeldlijnsysteem terwijl de Britse buren
beschikten over het ‘405 lines’ systeem. Dat betekende dat er toch een
vertraging zat in de uitzendingen die via Eurovisie vanuit bijvoorbeeld
Engeland en Frankrijk ons land binnenkwamen. Immers diende het signaal
van beide beeldleveranciers te worden omgezet naar het in Nederland
gebruikte signaal. Gelukkig had men voluit kunnen experimenteren. Het
ging zelfs dubbel op toen men eerder in 1956 oefende tijdens een
goochelwedstrijd die zowel in Nederland, België en Engeland werd
uitgezonden. Op een bepaald moment gingen er beelden vanuit Nederland
naar Engeland. Ze werden technisch omgezet naar het in Engeland
gebruikte 405 lijnen systeem en kwamen deels weer terug in ons land,
waarna ze nog eens weer vertaald dienden te worden naar het 625 lijnen
systeem.
De technisch onderbouwde mensen van de NTS werkten tegelijkertijd ook
voor de zuiderburen want bij de toenmalige BRT had men nog niet de
beschikking over vertaalmachines die de lijnensystemen konden omzetten,
zodat de signalen op de juiste manier de Vlaamse huiskamers
binnenkwamen. Goochelwedstrijden of sportwedstrijden op laag niveau, het
maakte destijds allemaal niets uit. Zie het maar als de eerste stapjes
op weg naar uitgebreide en langdurige gezamenlijke uitzendingen waarbij
niet alleen gebeurtenissen konden worden overgebracht maar tevens
geproefd kon worden aan elkaars gewoonten.
De ene keer verhitte Italianen, een andere keer Frans publiek in stijl
of Engelsen die altijd in stijve plooi destijds bleven bij winst dan wel
verlies tijdens een sportwedstrijd. Spoetnik was al in de ruimte
geschoten, Telstar zou nog volgen en honderden andere satellieten vanaf
het begin van de jaren tachtig, die alleen nog maar tot doel hadden een
constante stroom aan signalen door te geven zodat televisiekijkers een
enorm aanbod zouden krijgen aan televisieprogramma’s maar tevens vanuit
alle uithoeken ter wereld direct geïnformeerd konden worden over
gebeurtenissen, al dan niet van goede aard. Dat Eurovisie enorm gegroeid
is in de afgelopen bijna zestig jaren kan worden gezien door een kijkje
te nemen op de internetpagina’s:
http://www.eurovision.net/
HANS KNOT 2009