Recensie en voorpublicatie:
ETHERPIRATERIJ DEEL 2: “HET DOET JE WAT”
Een
klein jaar geleden kreeg ik de mogelijkheid het boek ‘Etherpiraterij’
van Aart Veldman te mogen recenseren, waarbij ik behoorlijk positief
over de inhoud van het boek en de bevlogenheid van de auteur me uitte.
Begin november 2007 en tijd voor deel 2 van ‘Etherpiraterij’ met als
ondertitel ‘Het doet je wat’. Ik kan kort zijn met de opmerking ‘Het
doet me minder dan met het eerste boek’, maar dat is té kort door de
bocht. Uiteraard heeft de voormalig fotograaf, die in zijn loopbaan vele
overvallen door RCD en de latere OCD heeft kunnen volgen en op de plaat
heeft doen vastleggen, meegemaakt en derhalve was het leggen van
contacten voor het schrijven van zijn verhalen, die nu in boekvorm voor
de tweede keer worden vastgelegd, niet zo’n groot probleem.
In dit tweede deel maakt de auteur echter een aantal misstappen dat niet
onvermeld mag worden gehouden. Zo heeft een aantal hoofdstukken voor de
doorgewinterde lezer direct de aandacht omdat het typische voorbeelden
zijn van overgepende krantenknipsels, waarbij vergeten is dat de
verhalen wel duidelijk moeten zijn te volgen. Op geen enkele wijze wordt
duidelijk wie soms aan het woord is, laat staan of er leestekens worden
gebruikt. Het bracht mij af en toe in grote verwarring, eveneens als
bepaalde woorden, al dan niet gewild, veelvuldig onjuist werden
geschreven. Groot voorbeeld daarvan zijn de woorden ‘geheime zender’ dat
veelvuldig door Veldman als één woord wordt gebruikt.Ook is er niet
gebruikt gemaakt van een corrector die – als medelezer – een heleboel
fouten had kunnen redden. Misschien iets té snel de markt te willen
bereiken met een product is niet altijd een goed teken. Zo komt er op
pagina’s 14/16 ons het volgende voorbij: ‘Hoe komt het dat de
etherpiraten in Vroomshoop te werk gaan, is een niet opgelost probleem.
Zomin als de sterke opleving van deze sport in de Drentse veenstreek. De
Friese wadden, de Achterhoek en delen van Groningen. Het zijn de
economisch slechte gebieden waarin de werkelozen het zenden als een
vrije tijdsbesteding beschouwen. Opvallend daarbij is dat het
clandestiene zenden nauwelijks voorkomt in probleemgebieden van Limburg
en Brabant. Daar is gerichte vrije tijdsbesteding.’
Ik kan me niet voor de geest halen wat de auteur precies heeft bedoeld.
Misschien lid van de lokale vaandelclub, de Katholieke Jachtvereniging,
St Cecilia Vereniging, het plaatselijke Katholieke Kerkkoor of de
Processievereniging. Inderdaad alles een gerichte vorm van vrije
tijdsbesteding. Maar, we mogen aannemen dat ook allen die zich met hart
en ziel hebben ingezet voor het runnen, hoe laag in vermogen dan ook,
van hun eigen radiostation dan wel etherpiraat, wel degelijk bezig zijn
(waren) met een zeer gerichte manier van vrijetijdsbesteding. Naast de
documentatie bewerking van verkregen krantenknipsels die deels – wat mij
betreft – niet in het boek hadden gehoeven – heeft Veldman vele oud
zendpiraten bezocht om hun herinneringen naar boven te halen, waarbij
bij velen het gevoel weer te willen uitzenden, blijft kriebelen.
Desondanks de voornoemde zaken was het een genoegen een avondje me terug
te trekken en in het vel te kruipen van ‘de etherpiraat’ alleen al om
nog een keer de spanning te beleven als er weer – via verhaal – één van
de gevreesde ambtenaren van de toenmalige RCD ofwel OCD het grindpad
opliep. Twee hoofdstukken uit het boek worden hierbij als voorpublicatie
gepresenteerd. ‘Etherpiraterij deel 2’ ‘Het doet je wat’ Het boek kost
15,50 inclusief verzendkosten. Men kan het boek via
internet bestellen
www.aartveldman.nl
HANS KNOT
Voorpublicatie twee
hoofdstukken
ETHERGEUZEN
Dit verhaal speelde zich af in 1939, net voor de Tweede Wereldoorlog, in
de omgeving van Lisse. Een clandestiene zender ‘de Ethergeuzen’, die
geen blad voor de mond nam en soms nogal negatieve uitspraken deed over
de regering van ons land. Dit was een doorn in de ogen van de overheid.
Men had al vaak geprobeerd deze clandestiene zender uit de ether te
halen, maar dat was steeds mislukt tot groot vermaak van de lieden die
deze zender bedienden.De grote moeilijkheid was daarbij dat men met de
peilwagen van de PTT weinig resultaat bereikte, omdat de uitzendingen
nooit langer duurden dan twintig minuten. Wanneer men door peilingen de
richting meende gevonden te hebben, waar de geheime zender werkte, kwam
men steeds te laat, omdat men nimmer in deze korte tijd de aangewezen
plaats kon bereiken. De heren hadden hun koffertje dan alweer gepakt en
waren met onbekende bestemming vertrokken. Zelfs met vier peilauto's was
het niet
mogelijk
sneller de plaats te bepalen, waar de omroeper zijn stem deed horen. Men
moest naar andere middelen zoeken. De knapste speurders van de PTT
krijgsraad werden aan het werk gezet, met namen de brigadier-
rechercheurs Knol en Dobbe, die specialisten waren in achtervolging. Zo
werd het plan gesmeed de etherpiraten te volgen. Enige keren liep hun
achtervolging op niets uit. Maar op een zaterdagavond zou het anders
gaan. Zij posteerden zich met een van de snelste auto's van het
Amsterdamse politiekorps bij een van de verdachten in de Eeghenstraat.
Rond tien uur kwam de heer, die ze zochten, zijn woning uit en die ze
tot elke prijs van plan waren te volgen. Ze zagen dat de man in zijn
auto stapte en er pijlsnel vandoor ging richting Amsterdam West, waar
hij twee mannen liet instappen en zo op weg ging naar hun studio, welke
aanvankelijk in het onbekende duister was gehuld.
Zij begrepen blijkbaar dat zij konden worden gevolgd en daarom pasten
zij een tactiek toe, waarbij de chauffeur van de politieauto gedwongen
was zijn uiterste rijcapaciteit te tonen. Met een angstwekkende gang, nu
weer links afslaand, dan weer rechts, soms met gedoofde lichten, reed de
voorste wagen in de richting van de bollenstreek. Op enige honderden
meters gevolgd door de politiewagen, waarin de speurders zich vol
spanning afvroegen waar dit dolle avontuur een eind zou nemen. Zo werden
er smalle straatje met hoge snelheid genomen, bleven dan weer staan om
vervolgens met hoge snelheid weg te scheuren. Zij wisten echter niet dat
zij politiemannen achter zich hadden, die zich als terriërs hadden
vastgebeten, echter steeds op veilige afstand. In Bennebroek stopte de
auto plotseling voor een café, waar de derde man instapte. En voort ging
het weer, tot bij Lisse. Daar schoot de auto een stille landweg in. De
rechercheurs wachtten even en toen ze de auto niet terug zagen komen
begrepen zij, dat in deze duistere omgeving de geheime studio moest zijn.
De politie keerde de auto en reed naar het politiebureau in Lisse om
daar hun chefs, Kallenborn en van Boxtel , die in spanning op nader
bericht zaten te wachten, op de hoogte te stellen. Zij kenden de
omgeving De horloges werden gelijk gezet bij het slaan van de klok van
de kerktoren, die ergens in het stikdonker stond. Juist toen het
middernachtelijke uur sloeg, waren zij op enkele meters de schuur
genaderd, waar het vage schijnsel van de achter met jutezakken bedekte
ramen te zien was. Hier moest het lang gezochte verblijf zijn. Nadat de
wachters waren overmeesterd en met vuurwapens werden gedwongen geen kik
te geven klonk in de stille nacht: "Luisterende Nederlanders, hier zijn
weer De Ethergeuzen. Van verschillende zijden werd ons de opmerking
gemaakt dat onze politieke redevoeringen altijd maar weer een afbrekende
tendens vertonen. Wij zijn het daarmee volkomen eens, maar dat zal nog
wel enige tijd zo blijven ook".
De rechercheurs lachten in hun vuistje, slopen naderbij, met de revolver
in de hand en drongen de schuur binnen. "Het spel is vergokt". Dat was
de eerste wat één de van de mannen kon uitbrengen. De gearresteerden
vatten later de zaak nogal gemoedelijk op. Op het hoofdbureau van
Politie te Amsterdam bleek men te doen te hebben met de reclamevlieger
van G. De eigenaar van de zender, die van zich deed spreken, was de
landbouwer A. de G te Haarlemmermeer. Ook waren er twee zakenlieden uit
Amsterdam betrokken, de heren Th. H. L. V en Ph. T. Voorts de 31 jarige
bollenkweker W. te Lisse, tevens onbezoldigd rijkswachter, die de schuur
tot dit doel beschikbaar had gesteld. Enigen van de gearresteerde
personen behoorden tot de NSB. Anderen verklaarden er geen politieke
richting op na te houden. Zo is dan onverwacht een einde aan de 'Ethergeuzens'
nachtelijke, clandestiene uitzendingen gekomen, die zoveel mensen in
Nederland uit de slaap hebben gehouden. De verdachten, die gearresteerd
werden in verband met de inbeslagneming van de geheime zender te Lisse,
werden veroordeeld tot een straf van ten hoogste zes maanden gevangenis
of een geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden. Tevens werd al de
apparatuur verbeurd verklaard. De gebeurtenissen in Lisse vormden de
eerste toepassing van de toen jongste wettelijke voorschriften. Het
betrof hier misdrijven. Terwijl voorts was bepaald, dat de radio
elektrische zendinrichting of onderdelen daarvan, voor zover zij de
veroordeelde toebehoorden, bij veroordeling verbeurd verklaard konden
worden. ‘De verdachten die gearresteerd werden in verband met de
inbeslagneming van de geheime zender te Lisse, zullen worden vervolgd op
grond van de Telegraaf en Telefoonwet 1904, zoals die laatstelijk in de
aanvang van dit jaar is gewijzigd, welke wijziging op 8 februari 1939 in
werking is getreden. Met gevangenisstraf van te hoogste zes maanden of
een geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.’
'POLKA DOMINEE'
De 38 meter hoge antennemast van de zender 'Mexico' ligt in stukken
achter de schuur. Een zware storm op 18 januari 2007 heeft de mast niet
overleefd. "Het was rond vier uur in de middag een knal, ik zag hem gaan".
Zo vertelt de vrouw des huize als ik zit te wachten in de gezellige
huiskamer op de thuiskomst van 'Radio Mexico'. "Jan is naar Almelo om
samen met mijn schoonzoon de 'Kleine Piraat' een antenne te halen",
vervolgt ze haar verhaal. "Ze kunnen zo terug zijn, om acht uur
vanmorgen zijn ze de deur uitgegaan". Na een tijdje wachten ontstaat er
een lichte opgewondenheid als de heren het erf oprijden met een
autobusje met daar achter een extra stevige aanhangwagen. Iedereen in de
kamer spoedt zich naar de plek. Een lange antenne wordt afgeladen en op
het grasveld zorgvuldig op een paar balken gelegd. "Zo", zegt de 'Mexico',
"dat is de antenne voor de 'Kleine Piraat' die moet ergens anders
geplaatst worden.
De zendantenne voor mijzelf wordt vanmiddag afgeleverd en ik hoop als
deze binnenkomt op de plaats te zetten waar de mast stond die door de
zware storm aan stukken brak".
Die middag is het zover de zendantenne voor de 'Mexico' wordt afgeleverd.
Het bovenste deel wordt op de plek gelegd waar de mast ongeveer terecht
komt` wanneer die plat ligt.
De constructie van de zendmast is al uitgewerkt. Doormiddel van een
kabel die over een katrol loopt kan men de mast laten zakken. "Dit
gebeurt door een elektra motor die onder aan de mast wordt gemonteerd",
legt de 'Mexico' uit, hij ziet het al zo voor zich. Dan is het zover dat
de geheime zender Mexico de lucht weer in gaat", is zijn stellige
overtuiging. Amper 12 jaar oud (1974) was de kleine Jan toen hij met
zijn broertje een klein zendertje kocht en bij opa Leusink in het
stookhok op het erf in de Koekoek de lucht in ging. Er werd een dikke
den uit het bos gehaald en vanuit een grote boom achter het huis een
koperdraad gespannen. Het was altijd een drukte van belang bij het
kleine boerderijtje, waar opa Leusink woonde, als de kwajongens weer in
de ether zaten. Dat ging niet altijd goed, vooral als er belhamels bij
zaten die probeerden de sfeer te verpesten. Dan kwam opa er bij en zette
die buiten het erf op straat. Tot 20 december 1982 ging het goed met de
uitzendingen. Totdat de opsporingsambtenaar Verhoef voor de deur stond,
de zender en de voeding in beslag nam, met de waarschuwing: 'Als je weer
de lucht in gaat neem ik alles mee'. Nog geen maand later, op 15 januari
1983, gebeurde dat ook. 'Ik heb je gewaarschuwd Jan', zei Verhoef.
"Daar gingen mijn spullen in de kofferbak van zijn auto. Een vriend kwam
op het idee om naar het politiebureau in Elburg te gaan met de boodschap:
dat de voeding die Verhoef meegenomen had van hem was. Op het bureau
werd een aantekening gemaakt. Op de rechtbank tijdens mijn veroordeling
kreeg ik een boete van 500 gulden voor de twee overtredingen die gemaakt
waren. Verder zei de rechter, dat ik de voeding terug kreeg. Daar was ik
erg blij mee". Het bleef een hele tijd rustig rond de zender 'Mexico'
die van 't Harde verhuisde naar Nunspeet en trouwde met een vrouwelijke
etherpiraat. Toch na verloop van tijd werd een huisje betrokken aan de
Bovenweg en kwam hij zo weer terug in 't Harde waar de uitzendingen
gewoon doorgingen. Dertien jaar later, op 12 maart 2006, was het weer
raak.
Het was op een zondagmorgen rond 9.30 uur toen Van Essen de deur van
zijn eenvoudige studio los trok en zei: “Dit is een geplande actie ik
kom je zender halen”. Hij ging er met de Rhode & Schwarz 500 watt
vandoor en wat andere apparatuur. "Onvoorstelbaar” was de reactie. Uit
alle delen van Nederland belde men op en via internet
Etherpiraten.com kwamen
tientallen berichtjes binnen met troostende woorden, zoals: ‘Polka
dominee, nee niemand kan zo goed preken als jij Jan. Gecondoleerd kerel
met het verlies van de zender en met het leegschudden van het
spaarvarken.’
Zelfs in het dialect kwamen diverse berichten binnen. In de studio van 'Mexico'
hangt een mooi geschilderd doek met de woorden: 'Mexico de glimlach van
de Veluwe'. Verder is de studio eenvoudig ingericht met een paar
draaitafels voor de singles en een cd speler en nog wat andere
apparatuur. Geen ingewikkelde computers, dat vindt Jan maar niks. "Ik
moet wat te doen hebben tijdens de uitzending, plaatjes opzoeken en op
de pick-up leggen, sms-jes schrijf ik op een stukje papier. Ja daar hou
ik van. Het zal nog wel even duren voor ik weer op de 98.1 band zit",
besluit hij zijn verhaal.